SV | En Ik verontreinigde hen in hun giften, omdat zij [door het vuur] deden doorgaan al wat de baarmoeder opent; opdat Ik ze verwoesten zou, ten einde dat zij zouden weten, dat Ik de HEERE ben. |
WLC | וָאֲטַמֵּ֤א אֹותָם֙ בְּמַתְּנֹותָ֔ם בְּהַעֲבִ֖יר כָּל־פֶּ֣טֶר רָ֑חַם לְמַ֣עַן אֲשִׁמֵּ֔ם לְמַ֙עַן֙ אֲשֶׁ֣ר יֵֽדְע֔וּ אֲשֶׁ֖ר אֲנִ֥י יְהוָֽה׃ ס |
Trans. | wā’ăṭammē’ ’wōṯām bəmatənwōṯām bəha‘ăḇîr kāl-peṭer rāḥam ləma‘an ’ăšimmēm ləma‘an ’ăšer yēḏə‘û ’ăšer ’ănî JHWH: |
En Ik verontreinigde hen in hun giften, omdat zij [door het vuur] deden doorgaan al wat de baarmoeder opent; opdat Ik ze verwoesten zou, ten einde dat zij zouden weten, dat Ik de HEERE ben.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ik verontreinigde hen in hun giften, omdat zij [door het vuur] deden doorgaan al wat de baarmoeder opent; opdat Ik ze verwoesten zou, ten einde dat zij zouden weten, dat Ik de HEERE ben.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!